Vertaling van ruptuur

Inhoud:

Nederlands
Engels
meningsverschil [o] (het ~), controverse [v] (de ~), geschil [o] (het ~), onenigheid [v] (de ~), ruptuur, strubbeling, strubbelingen, woordenstrijd [m] (de ~), woordenwisseling [v] (de ~), verdeling {zn.}
disagreement
botbreuk [m] (de ~), breuk, ruptuur [v] (de ~), beenbreuk [m] (de ~), beenfractuur [v] (de ~), fractuur [v] (de ~) {zn.}
fracture
break