Vertaling van samenwerken
						Inhoud:
						
Nederlands
Engels
samenwerken, coöpereren, samendoen {ww.}
to join forces
to cooperate
to get together
to collaborate
to cooperate
to get together
to collaborate
ik zal samenwerken
jij zult samenwerken
hij/zij/het zal samenwerken
I will cooperate
you will cooperate
he/she/it will cooperate
			 					» meer vervoegingen van to cooperate
		 					
ik zal samenwerken
jij zult samenwerken
hij/zij/het zal samenwerken
I will cooperate
you will cooperate
he/she/it will cooperate
			 					» meer vervoegingen van to cooperate