Vertaling van schapen-

Inhoud:

Nederlands
Engels
schape-, schapen- {bn.}
ovine
sheep 
schaap [m] (het ~) {zn.}
sheep
Er is een zwart schaap in elke kudde.
There's a black sheep in every flock.
We kunnen thuis geen schaap houden. Wat moeten we er daar mee doen?
We can't keep a sheep at home. What should we do with it?
stakker [m] (de ~), dompelaar, stumper [m] (de ~), ziel [m] (de ~), schaap [m] (het ~), zielenpiet [m] (de ~), zielenpoot [m] (de ~), drommel [m] (de ~), sloeber [m] (de ~) {zn.}
wretch
poor devil


Gerelateerd aan schapen-

schape- - schaap - stakker - dompelaar - stumper - ziel - zielenpiet - zielenpoot - drommel - sloeberherkauwer - persoon - schapevlees