Vertaling van sofa

Inhoud:

Nederlands
Engels
divan [m], sofa {zn.}
sofa 
Het ligt op de sofa.
It's on the sofa.
Tom ligt op de sofa TV te kijken.
Tom is lying on the sofa watching TV.
sofa [m] (de ~), canapé [m] (de ~) {zn.}
sofa
lounge
couch
Daar hij moe was, zat hij in de sofa met gesloten ogen.
Since he was tired, he was sitting on the sofa with his eyes closed.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Het ligt op de sofa.

It's on the sofa.

Tom ligt op de sofa TV te kijken.

Tom is lying on the sofa watching TV.

Daar hij moe was, zat hij in de sofa met gesloten ogen.

Since he was tired, he was sitting on the sofa with his eyes closed.


Gerelateerd aan sofa

divan - canapéligbank