Vertaling van stotteren

Inhoud:

Nederlands
Engels
stotteren {zn.}
stammering
stuttering
stotteren, hakkelen, stamelen {ww.}
to splutter
to sputter
to spit out
hakkelen, stamelen, stotteren {ww.}
to stutter
to falter
to stammer

wij stotteren
jullie stotteren
zij stotteren

we falter
you falter
they falter
» meer vervoegingen van to falter



Gerelateerd aan stotteren

hakkelen - stamelen