Vertaling van strubbelen

Inhoud:

Nederlands
Engels
kibbelen, bakkeleien, hakketakken, kissebissen, krakelen, kribben, plukharen, strubbelen {ww.}
to squabble
to quibble
to pettifog
to niggle
to brabble
to bicker

wij strubbelen
jullie strubbelen
zij strubbelen

we quibble
you quibble
they quibble
» meer vervoegingen van to quibble



Gerelateerd aan strubbelen

kibbelen - bakkeleien - hakketakken - kissebissen - krakelen - kribben - plukharenruziën