Vertaling van stukadoor

Inhoud:

Nederlands
Engels
stukadoor [m] (de ~), pleisteraar, pleisterwerker, stucwerker {zn.}
plasterer
pleisteren, bepleisteren, stukadoren {ww.}
to stucco
to plaster 

ik stukadoor

I plaster
» meer vervoegingen van to plaster

pleisteren, bepleisteren, stukadoren, stuken {ww.}
to plaster
to daub

ik stukadoor

I plaster
» meer vervoegingen van to plaster



Gerelateerd aan stukadoor

pleisteraar - pleisterwerker - stucwerker - pleisteren - bepleisteren - stukadoren - stukenbouwvakker