Vertaling van tafelmanieren

Inhoud:

Nederlands
Engels
tafelmanieren [m] (de ~) {zn.}
table manners
Hij heeft vreselijke tafelmanieren.
He has atrocious table manners.
Wie heeft hen tafelmanieren geleerd?
Who taught them table manners?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Hij heeft vreselijke tafelmanieren.

He has atrocious table manners.

Wie heeft hen tafelmanieren geleerd?

Who taught them table manners?


Gerelateerd aan tafelmanieren

omgangsvormen