Vertaling van terloops

Inhoud:

Nederlands
Engels
terloops, incidenteel {bn.}
casual
cursory
passing
perfunctory
in het voorbijgaan, terloops, vluchtig {bw.}
loosely
in passing
casually


Gerelateerd aan terloops

incidenteel - in het voorbijgaan - vluchtigoppervlakkig