Vertaling van vakken

Inhoud:

Nederlands
Engels
afdeling [v], branche [v], tak [m], vak (mv. vakken) {zn.}
specialization 
ward 
division 
square 
section
pigeonhole 
department 
compartment
branch 
ambacht [o], beroep [o], handwerk, vak (mv. vakken) {zn.}
occupation 
craft
trade 
handicraft
Mijn broer heeft geen beroep nu.
My brother has no occupation now.
carré [o], ruitje [o], kwadraat, vak (mv. vakken), vierkant {zn.}
square 
De som van de kwadraten van de rechthoekszijden is gelijk aan het kwadraat van de hypotenusa.
The sum of the squares of the legs is equal to the square of the hypotenuse.
vak (mv. vakken), schoolvak {zn.}
school subject
subject
carré, ruitje, vak (mv. vakken), vierkant {zn.}
square 
vak [o] (het ~) {zn.}
square
foursquare
métier, professie, stiel [m] (de ~), beroep [o] (het ~), vak [o] (het ~) {zn.}
occupation
line of work
job
line
business
vak [o] (het ~) {zn.}
compartment


Gerelateerd aan vakken

afdeling - branche - tak - vak - ambacht - beroep - handwerk - carré - ruitje - kwadraat - vierkant - schoolvak - métier - professie - stielvlak - bezigheid - bergruimte