Vertaling van verkankeren

Inhoud:

Nederlands
Engels
verkankeren, inkankeren {ww.}
to rumple
to ruffle
to ruffle up
to mess up

wij verkankeren
jullie verkankeren
zij verkankeren

we rumple
you rumple
they rumple
» meer vervoegingen van to rumple

infesteren, vergallen, verkankelemienen, verkankeren, verkloten, vergiftigen, verzieken, vertroebelen, verpesten {ww.}
to fuck up
to fluff
to foul up
to screw up
to blow
to mess up
to muck up
to bollocks up
to botch
to bollix up
to bollocks
to bollix
to bodge
to bobble
to fumble
to botch up
to louse up
to bumble
to mishandle
to bungle
to muff
to flub
to spoil
to ball up

wij verkankeren
jullie verkankeren
zij verkankeren

we blow
you blow
they blow
» meer vervoegingen van to blow



Gerelateerd aan verkankeren

inkankeren - infesteren - vergallen - verkankelemienen - verkloten - vergiftigen - verzieken - vertroebelen - verpestenmispeuteren