Vertaling van volgende week

Inhoud:

Nederlands
Engels
aanstaande week, volgende week
next week


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Bill komt volgende week terug.

Bill will return next week.

Ik zal volgende week mijn oom bezoeken.

I'll visit my uncle next week.

Volgende week gaat het misschien vriezen.

It may freeze next week.

Zij gaat volgende week naar Frankrijk.

She is going to France next week.

Mijn vader gaat volgende week naar buitenland.

My father is going to go abroad next week.

Volgende week gaat het misschien vriezen.

We might have frost next week.

Volgende week reis ik naar Europa.

I will be traveling in Europe next week.

Ik moet volgende week een examen opnieuw afleggen.

I have to resit an English exam next week.

Mischien kunnen we volgende week gaan.

Perhaps we could go next week.

Wat zijn we volgende week om deze tijd aan het doen?

What will we be doing this time next week?

Ik ben van plan om volgende week naar Europa te vertrekken.

I'm planning to leave for Europe next week.


Gerelateerd aan volgende week

aanstaande week