Vertaling van wedloop

Inhoud:

Nederlands
Engels
race, wedloop {zn.}
race 
Tom won de race.
Tom won the race.
Tom verloor de race.
Tom lost the race.
race, wedloop, wedren {zn.}
race 
Hij won de race opnieuw.
He won the race again.
Hij heeft een voorsprong in de race.
He's ahead in the race.


Gerelateerd aan wedloop

race - wedren