Vertaling van wie

Inhoud:

Nederlands
Engels
wie, welk, welke {vr. vnw.}
who 
which 
which one


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Wie klaagt?

Who's complaining?

Wie weet?

Who knows?

Wie niet waagt, wie niet wint.

Nothing ventured, nothing gained.

Wie niet waagt, wie niet wint.

One who doesn't take risks will not win.

Ik kon nauwelijks zien wie wie was.

I could hardly tell who was who.

Wie is deze vrouw?

Who is this woman?

Wie lacht nu?

Who's laughing now?

Wie is die persoon?

Who is that person?

Wie ben ik?

Who am I?

Wie heeft Hamlet geschreven?

Who wrote Hamlet?

Wie zijt gij?

Who are you?

Wie zwijgt, stemt toe.

Admission by silence.

Wie is hij?

Who is he?

Wie zingt dit liedje?

Who sings this song?

Wie is de volgende?

Who is next?


Gerelateerd aan wie

welk - welke