Vertaling van wiel

Inhoud:

Nederlands
Engels
wiel [o] (het ~), rad [o] (het ~) {zn.}
wheel
Jij bent het derde wiel aan de wagen.
You are the fifth wheel on the wagon.
Vóór 1595 betaalden de pottenbakkers voor gewonnen klei 1 florijn per wiel.
Up to 1595, the potters paid 1 florin per wheel for mined clay.
wiel {zn.}
puddle
pool
rad [o], wiel [o] {zn.}
wheel 
Ze zijn eindelijk begonnen die weg opnieuw te asfalteren. Het werd ook tijd, zeg! Je kon er alleen nog zigzaggend fietsen als je geen slag in je wiel wilde krijgen van…
They finally started to asphalt that road again. It was about time! You could only cycle zigzagging there if you didn't want your wheel to get buckled because of the…
wielen {ww.}
to wheel around
to wheel

ik wiel

I wheel
» meer vervoegingen van to wheel



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Jij bent het derde wiel aan de wagen.

You are the fifth wheel on the wagon.

Vóór 1595 betaalden de pottenbakkers voor gewonnen klei 1 florijn per wiel.

Up to 1595, the potters paid 1 florin per wheel for mined clay.

Ze zijn eindelijk begonnen die weg opnieuw te asfalteren. Het werd ook tijd, zeg! Je kon er alleen nog zigzaggend fietsen als je geen slag in je wiel wilde krijgen van de gaten in het wegdek.

They finally started to asphalt that road again. It was about time! You could only cycle zigzagging there if you didn't want your wheel to get buckled because of the holes in the road surface.


Gerelateerd aan wiel

rad - wielenschijf - plas - botsen