Vertaling van winters

Inhoud:

Nederlands
Engels
winters {bn.}
brumous
foggy
hazy
misty
winter (mv. winters) {zn.}
winter 
Ik hou van de winter.
I like winter.
Na de winter komt de lente.
After winter, spring comes.
winter [m] (de ~), winterseizoen [o] (het ~) {zn.}
winter
wintertime
De winter is mijn lievelingsseizoen.
Winter is the most favorite season of mine.
In de winter wordt het vroeg donker.
The night falls fast in winter.


Gerelateerd aan winters

winter - winterseizoenjaargetijde