Vertaling van wollen

Inhoud:

Nederlands
Engels
wollen {bn.}
wool 
woolen
wollen {bn.}
flocculent
woolly
wooly


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik kocht een wollen trui.

I bought a woolen sweater.

Ik zoek een warme, wollen rok.

I'm looking for a warm, woolen skirt.


Gerelateerd aan wollen