Vertaling van zelden
Voorbeelden in zinsverband
Ik ben zelden verkouden.
I rarely catch a cold.
Nancy glimlacht zelden.
Nancy seldom smiles.
Italianen praten zelden over politiek.
The Italians seldom talk about politics.
Een ongeluk komt zelden alleen.
When it rains, it pours.
Haastige spoed is zelden goed.
Haste makes waste.
Hij is zelden goed gehumeurd.
He is rarely in a good mood.
Een ongeluk komt zelden alleen.
Misfortunes rarely come singly.
Ik hoor zelden van hem.
I seldom hear from him.
Een ongeluk komt zelden alleen.
It never rains, it pours.
Tom is zelden laat voor school.
Tom is seldom late for school.
Hij schrijft zelden naar zijn vader.
He seldom writes to his father.
Hij gaat zelden naar de kerk.
He seldom goes to church.
Zulke aardige mensen als jou kom je maar zelden tegen.
It's rare to meet nice people like you.
Mijn moeder kijkt s'avonds zelden naar de televisie.
My mother seldom watches TV at night.
Levend op het platteland, zoals hij dat deed, kwam hij zelden in de stad.
Living as he did in remote countryside, he seldom came up to town.