Vertaling van zich bukken

Inhoud:

Nederlands
Engels
buigen, bukken, zich bukken {ww.}
to stoop
to lean 
to bend
aflopen, buigen, hellen, overhellen, zich bukken {ww.}
to tip 
to slope 
to lean 
to slant 
to stoop


Gerelateerd aan zich bukken

buigen - bukken - aflopen - hellen - overhellen