Vertaling van ziekmakend

Inhoud:

Nederlands
Engels
weerzinwekkend, afschuwwekkend, afstotelijk, afstotend, degoûtant, degoutant, detestabel, gruwzaam, misselijkmakend, onsmakelijk, stuitend, walgelijk, walglijk, ziekmakend {bn.}
repellent
resistant
ziekteverwekkend, pathogeen, virulent, ziekmakend {bn.}
unhealthy