Vertaling van Noord-Amerika

Inhoud:

Nederlands
Spaans
Noord-Amerika [o] {zn.}
Norteamérica
América septentrional
Er waren toen nog maar weinig wegen in Noord-Amerika.
En esa época había pocas rutas en Norteamérica.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Er waren toen nog maar weinig wegen in Noord-Amerika.

En esa época había pocas rutas en Norteamérica.

Mensen die met een vork eten, wonen voornamelijk in Europa, Noord-Amerika en Latijns Amerika; mensen die met stokjes eten, wonen in Oost-Azië, en mensen die met hun vingers eten wonen in Afrika, het Nabije Oosten, Indonesië en India.

Las personas que usan tenedores mayormente son de Europa, América del Norte y Sur; los que usan palillos son del este de Asia y los que usan sus dedos son de África, Medio Oriente, Indonesia e India.


Gerelateerd aan Noord-Amerika