Vertaling van aanbrengen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
aanbrengen, aangeven, klikken, verklikken {ww.}
denunciar
delatar

ik zal aanbrengen
jij zult aanbrengen
hij/zij/het zal aanbrengen

yo denunciaré
denunciarás
él/ella denunciará
» meer vervoegingen van denunciar

aanbrengen, melden, overbrengen, verslaan, verslag uitbrengen {ww.}
referir
dictaminar
informar

ik zal aanbrengen
jij zult aanbrengen
hij/zij/het zal aanbrengen

yo referiré
referirás
él/ella referirá
» meer vervoegingen van referir

aanbrengen, werven, aanwerven {ww.}
reclutar
hacer prosélitos
alistar

ik zal aanbrengen
jij zult aanbrengen
hij/zij/het zal aanbrengen

yo reclutaré
reclutarás
él/ella reclutará
» meer vervoegingen van reclutar

accommoderen, adapteren, aanpassen, conformeren, aanbrengen {ww.}
adaptar
acomodar

ik zal aanbrengen
jij zult aanbrengen
hij/zij/het zal aanbrengen

yo adaptaré
adaptarás
él/ella adaptará
» meer vervoegingen van adaptar

aandragen, bezorgen, brengen, aanbrengen {ww.}
traer
aportar

ik zal aanbrengen
jij zult aanbrengen
hij/zij/het zal aanbrengen

yo traeré
traerás
él/ella traerá
» meer vervoegingen van traer

Ik zal nog een handdoek brengen.
Voy a traer otra toalla.
Ik was op zoek naar wat opwinding, dus ik besloot de handboeien mee te brengen.
Buscaba algo de emoción, así que decidí traer las esposas.
aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen {ww.}
sobreponer
poner

ik zal aanbrengen
jij zult aanbrengen
hij/zij/het zal aanbrengen

yo sobrepondré
sobrepondrás
él/ella sobrepondrá
» meer vervoegingen van sobreponer