Vertaling van afwissen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
afdrogen, vegen, afvegen, wissen, afwissen {ww.}
secar
limpiar
fregar
enjugar

ik zal afwissen
jij zult afwissen
hij/zij/het zal afwissen

yo secaré
secarás
él/ella secará
» meer vervoegingen van secar

"Waar ben je precies, Dima?!" vroeg Al-Sayib, terwijl hij een handdoek pakte om de gemorste Fanta weg te vegen.
—¡¿Pero dónde estás, Dima?! —preguntó Al-Sayib, cogiendo una toalla para secar la Fanta derramada.


Gerelateerd aan afwissen

afdrogen - vegen - afvegen - wissen