Vertaling van beduiden

Inhoud:

Nederlands
Spaans
beduiden, toelichten, uiteenzetten, uitleggen, verklaren {ww.}
explicar
aclarar
desarrollar

wij beduiden
jullie beduiden
zij beduiden

nosotros explicamos
vosotros explicáis
ellos/ellas explican
» meer vervoegingen van explicar

Tom moet dingen uitleggen.
Tom tiene cosas que explicar.
Ik kan het verschil tussen die twee niet uitleggen.
No puedo explicar la diferencia entre esos dos.
beduiden, voorspellen, voorzeggen, waarzeggen {ww.}
predecir
profetizar
adivinar

wij beduiden
jullie beduiden
zij beduiden

nosotros predecimos
vosotros predecís
ellos/ellas predicen
» meer vervoegingen van predecir

beduiden, duidelijk maken, uitleggen, verhelderen, verklaren {ww.}
explicar
aclarar

wij beduiden
jullie beduiden
zij beduiden

nosotros explicamos
vosotros explicáis
ellos/ellas explican
» meer vervoegingen van explicar

Tom vond dat hij moest uitleggen waarom hij te laat was.
Tom sintió que necesitaba explicar por qué venía atrasado.
beduiden, betekenen, staan voor {ww.}
significar

wij beduiden
jullie beduiden
zij beduiden

nosotros significamos
vosotros significáis
ellos/ellas significan
» meer vervoegingen van significar