Vertaling van bezegelen
						Inhoud:
						
Nederlands
Spaans
zegelen, bezegelen, verzegelen {ww.}
lacrar
sellar
sellar
wij bezegelen
jullie bezegelen
zij bezegelen
nosotros lacramos
vosotros lacráis
ellos/ellas lacran
			 					» meer vervoegingen van lacrar