Vertaling van brillen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
bril (mv. brillen) [m] {eigenn.}
gafas [v]
anteojos
lentes [m] (el ~)
bril (mv. brillen) [m], zetel [m] {zn.}
asiento [m] (el ~)
local
sede [v] (la ~)
sitio [m] (el ~)
Hier, een gemakkelijke zetel waarin ge kunt zitten.
Aquí hay un asiento cómodo en que puedes sentarte.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Deze brillen passen me niet goed, ze zijn te groot.

Estas gafas no me quedan bien. Son demasiado grandes.

"Is het mogelijk om AIDS te krijgen van WC-brillen?" "Nee, dat is niet mogelijk."

"¿Es posible contraer el SIDA desde el asiento del váter?" "No, no lo es."


Gerelateerd aan brillen

bril - zetel