Vertaling van bruin
Inhoud:
Nederlands
Spaans
bruin {bn.}
moreno
bruinen, bruin worden {ww.}
quemar
broncear
broncear
ik bruin
yo quemo
» meer vervoegingen van quemar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Die kat is bruin.
Ese gato es marrón.
De gordel is bruin.
El cinturón es marrón.
Zijn schoenen zijn bruin.
Sus zapatos son marrones.
Mijn schoenen zijn bruin.
Mis zapatos son marrones.