Vertaling van dank

Inhoud:

Nederlands
Spaans
dank [m], dankzegging [v] {zn.}
gracias [v] (la ~)
Dank je wel!
¡Gracias!
Dank je wel!
¡Gracias!
danken, bedanken, dank betuigen, te danken hebben {ww.}
dar gracias a
dar gracias
agradecer

ik dank

yo agradezco
» meer vervoegingen van agradecer



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ik dank u.

Te lo agradezco.

Dank je wel!

¡Gracias!

Nee, dank u.

No, gracias.

Dank u, meneer.

Gracias, señor.

Nee, dank u.

No, gracias.

Dank je wel!

¡Gracias!

Bij voorbaat dank.

Agradeciéndole con anticipación.

Dank u wel, dokter.

Gracias, doctor.

Dank je voor het cadeau.

Gracias por el regalo.

Ik ben in orde, dank je.

Yo estoy bien, gracias.

"Bedankt voor de hulp." "Geen dank."

"Gracias por la ayuda." "De nada."

Dank u, met mij gaat het goed.

Gracias. Yo estoy bien.

Goed, dank u. En met u?

Bien, gracias, ¿y vosotros?

Ik ben in orde, dank je.

Yo estoy bien, gracias.

Dank je wel!

¡(Muchas) gracias!


Gerelateerd aan dank

dankzegging - danken - bedanken - dank betuigen - te danken hebben