Vertaling van dribbelen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
dribbelen {ww.}
driblar
wij dribbelen
jullie dribbelen
zij dribbelen
nosotros driblamos
vosotros dribláis
ellos/ellas driblan
» meer vervoegingen van driblar
draven, dribbelen {ww.}
trotar
wij dribbelen
jullie dribbelen
zij dribbelen
nosotros trotamos
vosotros trotáis
ellos/ellas trotan
» meer vervoegingen van trotar