Vertaling van expres
Inhoud:
Nederlands
Spaans
expres, met opzet, moedwillig, wetens {bw.}
de propósito
alredemente
alredemente
sneltrein , expres , exprestrein {zn.}
rápido
De sneltrein reed zo snel voorbij, dat we hem nauwelijks zagen.
El tren expreso iba tan rápido que nosotros apenas sí lo vimos.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Hij heeft expres het raam gebroken.
Él rompió la ventana a propósito.
De jongen stond expres op mijn voet.
El niño pisó mi pie a propósito.