Vertaling van gemaakt
ik heb gemaakt
jij hebt gemaakt
hij/zij/het heeft gemaakt
yo he escrito
tú has escrito
él/ella ha escrito
» meer vervoegingen van escribir
ik heb gemaakt
jij hebt gemaakt
hij/zij/het heeft gemaakt
yo he hecho
tú has hecho
él/ella ha hecho
» meer vervoegingen van hacer
ik heb gemaakt
jij hebt gemaakt
hij/zij/het heeft gemaakt
yo he creado
tú has creado
él/ella ha creado
» meer vervoegingen van crear
ik heb gemaakt
jij hebt gemaakt
hij/zij/het heeft gemaakt
yo he causado
tú has causado
él/ella ha causado
» meer vervoegingen van causar
ik heb gemaakt
jij hebt gemaakt
hij/zij/het heeft gemaakt
yo he fabricado
tú has fabricado
él/ella ha fabricado
» meer vervoegingen van fabricar
arreglar
restaurar
aderezar
ik heb gemaakt
jij hebt gemaakt
hij/zij/het heeft gemaakt
yo he reparado
tú has reparado
él/ella ha reparado
» meer vervoegingen van reparar
Voorbeelden in zinsverband
Wat heeft Jean gemaakt?
¿Qué ha hecho Jean?
Hij werd kapitein gemaakt.
Lo nombraron capitán.
Hij heeft geen fout gemaakt.
Él no hizo nada malo.
Ge hebt veel fouten gemaakt.
Has cometido varios errores.
Wie heeft de sneeuwpop gemaakt?
¿Quién construyó el muñeco de nieve?
Meel wordt van tarwe gemaakt.
La harina se hace con trigo.
Brood wordt gemaakt van tarwe.
El pan está hecho de trigo.
Is dit in Zwitserland gemaakt?
¿Esto está hecho en Suiza?
Kaas wordt gemaakt van melk.
El queso es hecho a partir de la leche.
Boter wordt van room gemaakt.
La manteca se hace con crema.
Ik heb het zelf gemaakt.
Lo hice yo mismo.
Glas wordt gemaakt van zand.
El vidrio se hace a partir de arena.
Waar wordt boter van gemaakt?
¿De qué se hace la mantequilla?
Ik heb een fout gemaakt.
Cometí un error.
Deze kaas is gemaakt van schapenmelk.
Ese queso está hecho de leche de oveja.