Vertaling van gewaad
						Inhoud:
						
Nederlands
Spaans
gewaad, kleding , kleed  {zn.}
vestido 
Ze droeg een wit kleed.
									Llevaba puesto un vestido blanco.
								  Ze had een lelijk kleed aan.
									Llevaba puesto un vestido feo.
								  dracht , gewaad, kostuum, pak  {zn.}
traje 
Mooi pak.
									Bonito traje.
								  Mijn pak is grijs.
									Mi traje es gris.
								  flodderen, plassen, waden {ww.}
vadear
ik heb gewaad
jij hebt gewaad
hij/zij/het heeft gewaad
yo he vadeado
tú has vadeado
él/ella ha vadeado
			 					» meer vervoegingen van vadear