Vertaling van gezegend
Inhoud:
Nederlands
Spaans
wijden, zegenen, inzegenen, inwijden {ww.}
bendecir
ik heb gezegend
jij hebt gezegend
hij/zij/het heeft gezegend
yo he bendecido
tú has bendecido
él/ella ha bendecido
» meer vervoegingen van bendecir
consacreren, consecreren, wijden, inwijden, zegenen, inzegenen {ww.}
consagrar
ik heb gezegend
jij hebt gezegend
hij/zij/het heeft gezegend
yo he consagrado
tú has consagrado
él/ella ha consagrado
» meer vervoegingen van consagrar