Vertaling van hoe-heet-het
Inhoud:
Nederlands
Spaans
heten, noemen, benoemen, uitmaken voor {ww.}
llamar
nombrar
nombrar
ik heet
jij heet
hij/zij/het heet
yo llamo
tú llamas
él/ella llama
» meer vervoegingen van llamar
Je kan me gewoon Taro noemen.
Me puedes llamar sencillamente Taro.
gelden, heten, doorgaan, zich aanstellen {ww.}
ponerse
ser presuntuoso
darse tono
ser presuntuoso
darse tono
heten, genoemd worden {ww.}
llamarse