Vertaling van kantoor

Inhoud:

Nederlands
Spaans
kantoor [o] {zn.}
oficina [v] (la ~)
despacho [m] (el ~)
Ging je gisteren naar kantoor?
¿Fuiste ayer a la oficina?
Zijn kantoor bevindt zich in het stadscentrum.
Su oficina queda en el centro.
bureau [o], bureel [o], kantoor [o] {zn.}
oficina [v] (la ~)
Het kantoor van meneer Popescu is op de tiende verdieping.
La oficina del señor Popescu está en el décimo piso.
Het is tegen de regels op kantoor te roken.
Fumar en la oficina está contra las reglas.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ging je gisteren naar kantoor?

¿Fuiste ayer a la oficina?

Zijn kantoor bevindt zich in het stadscentrum.

Su oficina queda en el centro.

Het kantoor van meneer Popescu is op de tiende verdieping.

La oficina del señor Popescu está en el décimo piso.

Het is tegen de regels op kantoor te roken.

Fumar en la oficina está contra las reglas.

De man die je gisteren in mijn kantoor zag komt uit België.

La persona que viste ayer en mi oficina es un belga.

Tom kwam naar mijn kantoor om me om geld te vragen.

Tom vino a mi oficina a pedirme dinero.

Af en toe neemt hij een kijkje in deze boekhandel onderweg naar huis van kantoor.

De vez en cuando él pasa por esa tienda de libros en su camino a casa de la oficina.


Gerelateerd aan kantoor

bureau - bureel