Vertaling van kauwen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
kauwen {ww.}
masticar
wij kauwen
jullie kauwen
zij kauwen
nosotros masticamos
vosotros masticáis
ellos/ellas mastican
» meer vervoegingen van masticar
kauw (mv. kauwen), torenkraai {zn.}
grajilla