Vertaling van koning
Inhoud:
Nederlands
Spaans
koning, vorst, staatshoofd {zn.}
rey
Hij was een goede koning.
Él era un buen rey.
Hij was meer dan een koning.
El fue más que un Rey.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Klant is koning.
El cliente siempre lleva razón.
Hij was een goede koning.
Él era un buen rey.
Hij was meer dan een koning.
El fue más que un Rey.
De koning maakte misbruik van zijn macht.
El rey abusaba de su poder.
Als ik later groot ben, wil ik koning worden.
Cuando crezca, quiero ser un rey.
Dit boek gaat over een koning die zijn kroon verliest.
El libro habla sobre un rey que pierde su corona.
Prins Charles zal de volgende koning van Engeland zijn.
El Principe Charles será el siguiente rey de Inglaterra.
De koning gaf het bevel dat de gevangene vrijgelaten moest worden.
El rey ordenó que el prisionero fuera liberado.