Vertaling van kraken
						Inhoud:
						
Nederlands
Spaans
kraken, usurperen, overweldigen, zich meester maken van {ww.}
usurpar
wij kraken
jullie kraken
zij kraken
nosotros usurpamos
vosotros usurpáis
ellos/ellas usurpan
			 					» meer vervoegingen van usurpar
		 					
knarsen, knersen, kraken, krassen {ww.}
chirriar
wij kraken
jullie kraken
zij kraken
nosotros chirriamos
vosotros chirriáis
ellos/ellas chirrían
			 					» meer vervoegingen van chirriar
		 					
knallen, knappen, kraken {ww.}
chascar
restallar
crugir
restallar
crugir
wij kraken
jullie kraken
zij kraken
nosotros chascamos
vosotros chascáis
ellos/ellas chascan
			 					» meer vervoegingen van chascar