Vertaling van kreukelen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
frommelen, kreukelen, verfomfaaien, verfrommelen, verkreukelen {ww.}
estrujar
ajar
arrugar
ajar
arrugar
wij kreukelen
jullie kreukelen
zij kreukelen
nosotros estrujamos
vosotros estrujáis
ellos/ellas estrujan
» meer vervoegingen van estrujar