Vertaling van loensen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
loensen, scheelkijken, scheelzien {ww.}
torcer la vista
bizquear
bizquear
wij loensen
jullie loensen
zij loensen
nosotros bizqueamos
vosotros bizqueáis
ellos/ellas bizquean
» meer vervoegingen van bizquear