Vertaling van middag
Inhoud:
Nederlands
Spaans
middag, namiddag {zn.}
tarde
Ik begin deze namiddag.
Empiezo esta tarde.
Deze namiddag speel ik tennis.
Jugaré tenis esta tarde.
middag, noen {zn.}
mediodía
Het is middag.
Es mediodía.
We lunchen zo rond de middag.
Almorzamos a eso del mediodía.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Het was bijna middag.
Era casi medio día.
Het is middag.
Es mediodía.
Goede middag!
Buenas tardes!
Tom en Ken spelen iedere middag tennis.
Tom y Ken juegan tenis cada tarde.
We lunchen zo rond de middag.
Almorzamos a eso del mediodía.
Hebt ge al gegeten deze middag?
¿Ya has cenado?
Het was heel heet deze middag.
Hizo mucho calor hoy en la tarde.
Toen ik wakker werd, was het bijna middag.
Era casi mediodía cuando desperté.