Vertaling van nieuwsgierig
Inhoud:
Nederlands
Spaans
benieuwd, nieuwsgierig {bn.}
curioso
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Buitenlanders maken me nieuwsgierig.
Los extranjeros me intrigan.
Ik ben nieuwsgierig.
Quiero saberlo.
Dat maakt nieuwsgierig.
Eso es intrigante.
Ze is nieuwsgierig naar wie de bloemen stuurde.
Ella quiere saber quién le envió las flores.
"Wat gebeurt er in de grot? Ik ben nieuwsgierig." "Ik heb geen idee."
"¿Qué habrá en la cueva? Tengo curiosidad." "No tengo ni idea."
"Wat gebeurt er in de grot? Ik ben nieuwsgierig." "Ik heb geen idee."
"¿Qué sucede dentro de la cueva? Tengo curiosidad." "No tengo idea."