Vertaling van ongelukje

Inhoud:

Nederlands
Spaans
ongelukje [o], pech, tegenslag, tegenvaller, wanbof {zn.}
desgracia
adversidad
desventura
infortunio
mala suerte
ongelukje [o] (het ~), ongeluk, ongeval, accident {zn.}
accidente [v] (la ~)
desgracia [m] (el ~)
Ongeluk
Accidente
Het ongeluk is eergisteren gebeurd.
El accidente ocurrió anteayer.


Gerelateerd aan ongelukje

pech - tegenslag - tegenvaller - wanbof - ongeluk - ongeval - accident