Vertaling van oog

Inhoud:

Nederlands
Spaans
oog [o], punt, spikkel, stip {zn.}
punto [m] (el ~)
Ze staan op het punt weg te gaan.
Están a punto de irse.
Ik sta op het punt uit te gaan.
Estoy a punto de salir.
oog [o], kijker [m] {zn.}
ojo [m] (el ~)
Ik heb een glazen oog.
Tengo un ojo de cristal.
Tom heeft een blauw oog.
Tom tiene un ojo morado.
oog [o], kiem, zaad, zaadkiem {zn.}
gérmen [m] (el ~)
gat [o], oog [o] {zn.}
agujero [m] (el ~)
orificio [m] (el ~)
Het is een zwart gat.
Es un agujero negro.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Mijn oog is opgezwollen.

El ojo se me ha hinchado.

Ik heb een glazen oog.

Tengo un ojo de cristal.

Tom heeft een blauw oog.

Tom tiene un ojo morado.

Ik heb geen oog dichtgedaan voorbije nacht.

No pegué un ojo anoche.

Ik heb iets in mijn oog.

Tengo algo en el ojo.

Uit het oog, uit het hart.

Ojos que no ven, corazón que no siente.

Wat het oog niet ziet, het hart niet deert.

La ignorancia es una bendición.

Het oog is de spiegel van de ziel.

El ojo es el espejo del alma.

Ik weet dat hij me in het oog houdt.

Yo sé que él me está observando.


Gerelateerd aan oog

punt - spikkel - stip - kijker - kiem - zaad - zaadkiem - gat