Vertaling van opdrinken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
leegdrinken, opdrinken, uitdrinken {ww.}
apurar
ik zal opdrinken
jij zult opdrinken
hij/zij/het zal opdrinken
yo apuraré
tú apurarás
él/ella apurará
» meer vervoegingen van apurar