Vertaling van pensioen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
pensioen {zn.}
pensión [v] (la ~)
De oude man leeft van zijn pensioen.
El anciano vive de su pensión.
emeritaat, pensioen {zn.}
pensión [v] (la ~)
retiro [m] (el ~)
jubilación [v] (la ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

De oude man leeft van zijn pensioen.

El anciano vive de su pensión.

Mijn vader ging op 65 jarige leeftijd met pensioen.

Mi papá se jubiló a la edad de 65 años.


Gerelateerd aan pensioen

emeritaat