Vertaling van ruiken

Inhoud:

Nederlands
Spaans
ruiken {ww.}
oler
olfatear

wij ruiken
jullie ruiken
zij ruiken

nosotros olemos
vosotros oléis
ellos/ellas huelen
» meer vervoegingen van oler

Mooie bloemen ruiken niet noodzakelijk zoet.
Las flores bonitas no tienen que oler necesariamente bien.
geuren, rieken, ruiken {ww.}
oler
despedir olor

wij ruiken
jullie ruiken
zij ruiken

nosotros olemos
vosotros oléis
ellos/ellas huelen
» meer vervoegingen van oler



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Lelies ruiken zoet.

Las lilas tienen un olor dulce.

Zijn kleren ruiken altijd slecht.

Sus ropas siempre tienen mal olor.

Mooie bloemen ruiken niet noodzakelijk zoet.

Las flores bonitas no tienen que oler necesariamente bien.


Gerelateerd aan ruiken

geuren - rieken