Vertaling van schroom
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aarzeling , weifeling , schroom {zn.}
vacilación
duda
duda
gemoedsbezwaar, gewetensbezwaar, schroom, scrupule {zn.}
escrúpulo
bang zijn voor, duchten, schromen, terugschrikken voor, vrezen {ww.}
temer
ik schroom
yo temo
» meer vervoegingen van temer
Vrees niet, want er is niets te vrezen.
No tengas miedo, porque no hay nada que temer.
aarzelen, dubben, schoorvoeten, schromen, weifelen {ww.}
vacilar
titubear
titubear
ik schroom
yo vacilo
» meer vervoegingen van vacilar