Vertaling van smoken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
roken, smoken {ww.}
fumar
humear
humear
wij smoken
jullie smoken
zij smoken
nosotros fumamos
vosotros fumáis
ellos/ellas fuman
» meer vervoegingen van fumar
Wilt ge roken?
¿Desea fumar?
Roken is toegestaan.
Se permite fumar.