Vertaling van sputteren
						Inhoud:
						
Nederlands
Spaans
kankeren, mopperen, morren, sputteren {ww.}
rezongar
refunfuñar
refunfuñar
wij sputteren
jullie sputteren
zij sputteren
nosotros rezongamos
vosotros rezongáis
ellos/ellas rezongan
			 					» meer vervoegingen van rezongar